verklarende voegwoorden

Taal

2022

We leggen uit wat verklarende voegwoorden zijn, hun functie en voorbeelden in zinnen. Ook andere coördinerende voegwoorden.

Verklarende voegwoorden verenigen elementen die elkaar verduidelijken.

Wat zijn verklarende voegwoorden?

In Grammatica ja syntaxis, Het staat bekend als disjunctieve voegwoorden of disjunctieve koppelingen naar bepaalde coördinerende voegwoorden, dat wil zeggen voegwoorden die twee of meer syntactische elementen op een niet-hiërarchische en uitwisselbare manier met elkaar verbinden.

Verklarende voegwoorden verbinden twee elementen die dezelfde betekenis en/of betekenis maar een verschillende vorm hebben, en waarvan de herhaling of herhaling de taak vervult om beter uit te leggen wat er wordt bedoeld, of om een ​​detail van de betekenis te verduidelijken. bericht dat wordt doorgegeven.

Over het algemeen worden verklarende voegwoorden tussen komma's geplaatst, op de manier van een subsectie, en er zijn mensen die ze eerder als een specifiek geval van disjunctieven of copulatieven beschouwen. Het zijn voorbeelden van verklarende voegwoorden: "dat is", "dit is", "dat is", "eerder", enzovoort.

Voorbeelden van verklarende voegwoorden

Hieronder volgen voorbeelden van zinnen met verklarende voegwoorden:

  • Mijn moeder schildert, dat wil zeggen, ze is toegewijd aan het schilderen.
  • Ik heb migrantenvrienden, dat wil zeggen, ze zijn in andere landen geboren.
  • De regering koos voor een belastingverhoging, dat wil zeggen om de belastingen te verhogen.
  • Ik ga aandelen kopen, dat wil zeggen, om mijn kapitaal te investeren.
  • We hebben meer accountants nodig, dat wil zeggen meer controle over de financiën.
  • Mijn zus heeft een slecht humeur, dat wil zeggen, ze wordt snel boos.
  • Het probleem is weg, of beter gezegd, we hebben het opgelost.

Andere coördinerende voegwoorden

Naast verklarende voegwoorden zijn er de volgende soorten coördinerende voegwoorden:

  • copulatieve voegwoorden, die twee of meer termen uit een optel- of accumulatierelatie met elkaar verbinden. Bijvoorbeeld: "Ik heb honger en er is geen eten" of "Ik heb de boeken niet gekocht, noch de schriften, noch de potloden".
  • disjunctieve voegwoorden, die een relatie van wederzijdse uitsluiting introduceren, dat wil zeggen van keuze tussen de een en de ander, tussen de gekoppelde elementen. Bijvoorbeeld: "Wil je een pizza bestellen of koken we zelf iets?"
  • ongunstige voegwoorden, die een relatie van totale of gedeeltelijke oppositie of conflict tussen de gekoppelde elementen introduceren. Bijvoorbeeld: "Het is zomer, maar het is cool."
  • Distributieve voegwoorden, die een specifieke betekenis tussen de gekoppelde termen verdelen. Bijvoorbeeld: "Ik ben dol op sushi eten, of het nu voor de lunch is, of het nu voor het avondeten is."
!-- GDPR -->