• Wat zijn literaire figuren?
• Voorbeelden van literaire figuren

We leggen uit wat literaire figuren zijn en waarvoor ze worden gebruikt. Ook de soorten stijlfiguren die er zijn en verschillende voorbeelden.

Literaire figuren worden vaak gebruikt voor esthetische of overtuigende doeleinden.

Wat zijn literaire figuren?

Literaire figuren, stijlfiguren ofretorische figuren, zijn een reeks wendingen van de taal die worden gebruikt om spraak te verfraaien, vooral in de context van spreken in het openbaar en literatuur, waardoor de gewone en alledaagse manier van taalgebruik aanzienlijk verandert.

Ze worden vaak gebruikt voor esthetische of overtuigende doeleinden, als onderdeel van een toespraak uitgewerkt, en ze benadrukken de poëtische functie van taal: de taal die zich vooral richt op de manier waarop de boodschap wordt overgebracht. Ze zijn ook te vinden in de omgangstaal, door middel van creatieve of speelse wendingen.

Een volledige catalogus van literaire figuren zou zeer uitgebreid zijn, aangezien er tientallen zijn opgetekend. De bekendste en meest gebruikte zijn:

• Metafoor ja vergelijking. Ze gaan samen omdat ze over vergelijkingen gaan: twee termen worden direct of indirect vergeleken om een ​​bepaalde kwaliteit tussen hen te benadrukken, hetzij door overeenkomst, verschil, figuurlijke betekenis, enz. De metafoor doet het direct en vervangt termen; de vergelijking indirect, met een vergelijkende link: "als", "vergelijkbaar met", enzovoort.
• Hyperbool. Het is een overdrijving voor expressieve doeleinden: om een ​​bepaald kenmerk van iets te benadrukken of te minimaliseren.
• Metonymie. Een vorm van metafoor, waarin de naam van het ene ding wordt genomen voor het andere, waarmee het gerelateerd is of een verband heeft met nabijheid of verbondenheid.
• Synecdoche. Een andere vorm van metafoor, maar deze keer neemt het de naam aan van iets uit de hogere categorie waartoe het behoort (zoals soort, groep, enz.), dat wil zeggen, het neemt de naam van een deel voor het geheel.
• Verpersoonlijking. Het bestaat uit het toekennen van menselijke eigenschappen aan een levenloos object of een dier.
• anafora. Het bestaat uit de ritmische herhaling van klanken of lettergrepen binnen een vers of zin.
• Allegorie. Het komt voor wanneer we naar iets verwijzen zonder het te benoemen, maar door een reeks metaforische associaties of indirecte toespelingen.
• Hyperbaton. In dit geval wordt de traditionele volgorde van de zin gewijzigd om een ​​meer enkelvoudige uitdrukking mogelijk te maken, al dan niet aangepast aan het metrum (zoals in berijmde poëzie).
• Onomatopee. Het bestaat uit de verbale representatie van een geluid door zijn gesproken equivalent.
• synesthesie. Een gewaarwording (tactiele, olfactorische, auditieve, enz.) wordt toegeschreven aan een object of een situatie waarmee het normaal niet overeenkomt.
• Oxymoron. Het bestaat uit het gezamenlijk gebruik van twee termen of beschrijvingen waarvan de betekenissen elkaar tegenspreken.
• Ovaal. Het komt voor wanneer een term wordt weggelaten uit de zin of zin, hetzij om spanning op te wekken of omdat dit duidelijk is geworden uit eerdere zinnen en het overbodig zou zijn om het te herhalen.
• Asyndeton. Het bestaat uit de onderdrukking van een copulatieve link ("en") binnen een opsomming of een context waarin het gewoonlijk zou gaan.
• Polysyndeton. In tegenstelling tot het vorige geval, bevat het een overmaat aan copulatieve banden, waardoor een herhaling in de zin ontstaat.

Voorbeelden van literaire figuren

• Metafoor:

"De sneeuw van de tijd in zijn hoofd" (om te verwijzen naar grijs haar)
"Zijn armen verdord en broos" (om te verwijzen naar ouderdom of zwakte)
"De vlammen van haar haar" (om te zeggen dat ze rood zijn)

• Vergelijking:

"Zijn haar was wit als sneeuw"
"Zijn armen waren zo oud dat ze verdord en broos leken"
"Zijn haar was rood als de vlammen van een fakkel"

• Hyperbool:

"Ik heb het je een miljoen keer verteld" (er waren er veel)
"In de supermarkt op de hoek geven ze het wasmiddel weg" (ze verkopen het heel goedkoop)
"De mooiste vrouw ter wereld" (ze vond het heel mooi)

• Metonymie:

"Wil je vandaag Japans eten?" (Japans eten)
"Zullen we naar de Peruaan op de hoek gaan?" (naar het Peruaanse restaurant)
"Hij had een whisky op de rotsen" (een whisky)

• Synecdoche:

"Hij haalde het staal uit de schede" (het metaal van het zwaard)
"Zonder werk en met vier monden te voeden" (vier kinderen)
"Kattenparasieten infecteren de mens" (individueel per soort)

• Verpersoonlijking:

"De rivier stroomt snel de helling af"
"De zon lachte naar de avonturiers"
"De stad opende die nacht haar armen voor mij"

• anafoor:

"Miguel en Celeste ontmoeten elkaar, Miguel omhelst haar, Celeste kust hem"
"Jij en je angsten. Jij en je mislukkingen. Jij en je verlangen om te verliezen."
"Ze hebben ze levend meegenomen en we willen ze levend"

• Allegorie:

"Toen je wegging, verloor ik alles" (heb veel geleden)
"Ik vond een schat in jou" (een zeer waardevolle relatie)
"Ik heb eelt op mijn handen" (ja, ik ben een werknemer)

• Hyperbaton:

"Ik hing een zoete kus in je mond"
"Je kunt niet leren lief te hebben"
"Keer terug naar ons bed gewikkeld in lakens, liefje"

• Onomatopee:

"Tic, toc" (de klok)
"Pum, pum, pum" (de luchtafweergeschut)
"Suishhh" (het lichtzwaard)

• synesthesie:

"Zijn naam smaakte naar jasmijn"
"Zijn huid was een furieuze, intermitterende kleur"
"Het was een boek dat naar lijken rook"

• Oxymoron:

"Delichtgevende duisternis p.m"
"EENmooie doorn in het oog”
"Dezoete bitterheid van mijn wezen "

• Ovaal:

'Ik wil huilen, jij niet?' (Heb je er ook geen zin in?)
"We gingen terug naar Ramón's kamer en hij was er niet" (Ramón was er niet)
"Rodrigo is een filmfanaat, Mireya niet zo veel" (Mireya is niet zo fanatiek als hij)

• Asyndeton:

"Hij kocht aardappelen, sla, tomaat"
"Bliksem, sneeuw, allerlei risico's vielen uit de lucht"
"Marineren, roeren, laten afkoelen, nog eens roeren"

• Polysyndeton:

"De nacht kwam en zo ook de wind, en het gejammer en wanhoop"
"En jij, en ik, en wij"
"Het huis is groot en licht en gezellig"